
Gebonk bij de buren
Het is al laat. Ik ben bekaf. Op de gang van het motel, ergens onder de rook van een Franse snelweg, zie ik nog net een jong Brits stel de kamer naast me binnenglippen. Zij - naaldhakken en kokerrok - is voor driekwart opgetrokken uit been. Hij is klein van stuk en gedrongen: type sportschool. Ik hoor ze verliefd fluisteren. Het kaartje ‘niet storen’ hangt al aan de deurknop.