Wat een plek, hè?

Gaza. Strand. Een toerist staart naar de golven. Zonnebril, slappe hoed, een tikkeltje verbrand op de neus. ‘Mooie plek,’ mompelt hij. De zee ligt erbij alsof alles is zoals het hoort. Naast hem zucht zijn vrouw tevreden. Ze nipt aan een glas witte wijn. Wat verderop spelen de kinderen in het zand.

Wat die toerist niet weet – en wat hij waarschijnlijk ook niet wíl weten – is dat deze plek, dit uitzicht, een geschiedenis heeft. Natuurlijk, alles heeft een geschiedenis, maar de ene geschiedenis is nu eenmaal wat pijnlijker dan de andere.

Trump en Netanyahu, de Statler en Waldorf van de internationale machtspolitiek. Ik zag ze op televisie, keuvelend over Gaza. Trump noemde het “een ongelooflijk stuk belangrijk onroerend goed.” Hij klonk als een makelaar die weet dat hij beet heeft.

Daarom moeten alle Palestijnen verhuizen, weg uit Gaza. Naar Sudan. Of naar Somalië, dat mag ook. Niet bepaald landen voor een ontspannen weekje weg – in Sudan woedt een burgeroorlog en Somalië kampt met een acute hongersnood – maar wat is er mis met mogen kiezen? Geen enkele Palestijn wordt gedwongen. Het enige wat ze moeten, is vrijwillig verhuizen.

Taalkundig vind ik dat een geweldige vondst. Ze vertrekken straks ‘vrijwillig’ uit een huis dat met de grond gelijk is gemaakt. ‘Vrijwillig’ weg uit een stad die niet meer bestaat. Van de ene uitzichtloze plek naar de andere, dus welbeschouwd gaan ze er niet eens op achteruit. Deportatie met een glimlach. Netanyahu keek er heel vrolijk bij. Er zat iets elegants in zijn onverschilligheid. Hij sprak over genocide alsof het een logistiek probleem was.

Daarna hadden de beide heren het over vrede. Dat woord kwam steeds terug. Vrede. Alsof het iets is wat je uit kunt rollen, zoals een Perzisch tapijt. “Hier komt de vrede, meneer. Even dat oude spul eruit, dan leggen we het netjes voor u neer.”

Maar de enige vrede waarin beiden geïnteresseerd zijn, is het soort dat volgt na vernietiging. Straks, als de laatste families zijn weggebombardeerd, komen de kranen, de projectontwikkelaars. Hun belofte: een prachtige nieuwe skyline.

Dit alles onder het toeziend oog van de internationale gemeenschap. De Nederlandse regering die, zoals gebruikelijk, met een ernstig gezicht haar ‘grote zorgen’ zal uitspreken. Intussen maken westerse bouwbedrijven alvast de rekensom: hoe lucratief kunnen de nieuwe vastgoedplannen aan de Middellandse Zee worden?

Ach ja, het is niet anders. We leven nu eenmaal in een land waar je de stilte van 4 mei niet zonder ironie kunt beleven. Waar ‘nooit meer’ altijd gevolgd wordt door ‘tenzij’. Waar we op 5 mei proosten op vrijheid, zoals een makelaar op een geslaagde verkoop.

En als ooit, op een dag, iemand aan die toerist vraagt waar de vorige bewoners van Gaza zijn gebleven, dan kijkt hij weg. Of naar de zee. Want het uitzicht is adembenemend. Wat een plek, hè? Echt zo’n bestemming met geschiedenis.

Dik tachtig jaar geleden noemden ze dit de Eindoplossing. Nu heet het ‘herontwikkeling’.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!