Net over de Nederlandse grens bij Ter Apel stonden ze. Twaalf boze burgers in fluorescerende hesjes. Met een zaklamp die je bij de Action kunt kopen, in politie-look. Ze hielden auto’s aan, lieten bestuurders de kofferbak openen. Niet op zoek naar coke of Kalasjnikovs, maar naar mensen. Asielzoekers. Of zoals ze het zelf vermoedelijk noemen: gelukzoekers.
Het allereerste busje dat ze aanhielden, bleek van de Duitse politie. Kan gebeuren. Soms controleer je de verkeerde. Of de juiste, het is maar net hoe je het bekijkt. De Duitsers stuurden hen beleefd terug naar Nederland. Daar werd de actie voortgezet op de parkeerplaats van een Chinees restaurant langs de N366. Een plek, niet gespeend van enige symboliek. Eigen loempia eerst, dat soort werk.
De Nederlandse politie kwam ook even langs. Niet om iemand aan te houden – dat zou te verwarrend zijn – maar om “de situatie aan te spreken.” Officieel had niemand iets strafbaars gedaan. Wat de agenten zagen, waren mannen in hesjes op een parkeerplaats, die zich even marechaussee waanden. En met een lamp zwaaien was niet verboden, zolang het maar náást en niet op de weg gebeurde. Auto’s doorzoeken mocht dan weer net niet. Maar goed, dat waren details.
Hoe dan ook; dit is dus wat er gebeurt als het gezag zich langzaam terugtrekt. Dan wordt het ingevuld. Niet door filosofen of mensen met een opleiding bestuurskunde, maar door bezorgde buurtvaders met een Facebook-account. Eerst nog wat klungelig, met een lamp van de Action. Morgen misschien met portofoons. En overmorgen met drones en de bijbehorende crowdfunding. Omdat ze vinden dat iemand het moet doen. Want sommige burgers zweren nu eenmaal bij een rechtlijnige wereld. Eentje waarin iedereen die ergens naar binnen wil, wordt gecontroleerd. Zoals in de rij voor de discotheek. Of op Schiphol.
En dat is ook best begrijpelijk. Want als het Haagse poppentheater te druk is met zichzelf, dan neem je uiteindelijk het heft maar in eigen hand. Noem het zaklamprecht. Of zoeklichtpopulisme. Kortom, alles waar een Geert Wilders instinctief op afkomt, als een mot cirkelend om de gloeilamp. “Fantastisch initiatief,” twitterde hij, alsof het hier een buurtbarbecue betrof. “Zou overal aan de grens moeten gebeuren.” Volgende keer zou hij zelf komen helpen, beloofde hij. Misschien met hesje, misschien met haargel, dat liet hij in het midden.
Waarop minister Van Weel (justitie) via een woordvoerder meldde dat hij de boosheid van de actievoerders begreep, maar dat dit “niet de bedoeling” was. Een zin die alles samenvat en tegelijkertijd niets oplost.
Een dag later stonden de twaalf er dus weer. Maar nu werden ze wél opgewacht door de politie. Iedereen moest zich legitimeren. En dat was het dan. Er werden geen auto’s van de weg gehaald, geen gelukszoekers tegengehouden. De enigen die werden gecontroleerd waren de controleurs zelf. O, de ironie!
Gelukkig maar. Want wat begint uit burgerlijke bezorgdheid, eindigt zelden bij de grens.