De premier van Auschwitz

Er zijn woorden waaraan je je handen niet wil branden. Woorden die niet van jou zijn, maar van de geschiedenis.
Er zijn woorden waaraan je je handen niet wil branden. Woorden die niet van jou zijn, maar van de geschiedenis.
Donald J. Trump is geen politicus. Wie denkt dat hij de Verenigde Staten bestuurt, die snapt er werkelijk niets van. Trump is een kunstenaar.
Op 14 juli 2025 zou hij zestig zijn geworden. Maar sergeant John Chapman stierf ruim twintig jaar eerder, hoog in de bergen van Afghanistan. Zijn daden, gefilmd door een drone, leverden hem postuum de Medal of Honor op. Dit is zijn verhaal.
Maandagochtend, persmoment in het Witte Huis. Trump zit op zijn stoel bij de open haard. Ellebogen op de knieën, de stropdas net iets te lang, zoals altijd. Naast hem zit Rutte. Glimlachend, maar niet van harte. Eerder zoals mensen glimlachen bij een condoleance.
We zouden er allemaal beter van worden: groene stroom. Maar honderden miljarden later blijkt vooral dat de burger betaalt. Voor de kabels, de kosten, het risico, de missers en het optimisme van een overheid die blijft gokken op een toekomst die niemand begrijpt.
Er zijn politici die iets opbouwen. En er is Geert Wilders. Een man die al ruim een kwart eeuw het Binnenhof onveilig maakt met zijn brandblusser, gevuld met benzine.
Vroeger ontwierpen we steden voor de auto. Brede, rechte wegen sneden door de binnenstad, als ideale lijnen richting de horizon.
De setting: een kamer in paleis Huis ten Bosch. NAVO-blauw tapijt. Eén Amerikaans vlag. Eén Nederlandse vlag. Twee mannen. Eén missie.
Vorige week droeg Rusland zesduizend lichamen over van gesneuvelde Oekraïense soldaten. De doden arriveerden in koelwagens, vijf konvooien van elk 1200 lichamen. Vrachtwagen na vrachtwagen na vrachtwagen.
Net over de Nederlandse grens bij Ter Apel stonden ze. Twaalf boze burgers in fluorescerende hesjes. Met een zaklamp die je bij de Action kunt kopen, in politie-look.
Mearsheimer en Sachs. Twee Amerikaanse professoren die zeggen wat je in talkshows niet hoort en in kranten zelden leest: dat Poetins oorlog in Oekraïne niet uit de lucht kwam vallen.
Ergens aan de andere kant van de oceaan stapt een man in een vliegtuig. Een groot vliegtuig, met goudkleurige gordijntjes en tapijt dat doet denken aan een casino in verval. De man heet Trump. Donald Trump.