Is de wetenschap nog wel te vertrouwen?

Wetenschap is ook maar een mening, vinden steeds meer mensen. Is een flinke dosis wantrouwen tegenover de wetenschap – of het nu gaat om vaccinaties, corona of de klimaatverandering – terecht of niet? Voor weekblad Panorama maakte Luuk Koelman een serie van negen interviews met zijn broer Vianney, professor aan de Technische Universiteit Eindhoven. Dit is aflevering 6.

Foto’s: Paul Tolenaar

Vianney Koelman (1961) is professor aan de Technische Universiteit Eindhoven en daarnaast verbonden aan het nationale instituut voor fundamenteel energieonderzoek DIFFER. Hij houdt zich bezig met duurzame energietechnologie. Daarvoor was hij Chief Scientist bij Shell en adviseerde als zodanig het hoogste management.

“Er is één persoon die echt je achterdocht verdient en dat ben jezelf”

Zeg broer, ik val maar meteen met de deur in huis. Kan ik de wetenschap vertrouwen?
Zeker niet blindelings. De wetenschap zelf zegt al: ‘Vertrouw nooit alleen op basis van autoriteit’. Autoriteit is namelijk geen argument. Het gaat om de redenering: klopt die wel, is het rationeel, kun je de redenering doorprikken of niet?
Eigenlijk is het heel simpel: vind je tegenstrijdigheden, dan klopt het niet. Maar die tegenstrijdigheden vind je niet zomaar. Je zult je moeten verdiepen in alle aangedragen argumenten en daar tegenargumenten tegenover moeten stellen. Maar nu het belangrijkste: je zult ook tijd en moeite moeten investeren in het doorprikken van je eigen argumenten. Dat hoort ook bij de wetenschap.

Maar doen wetenschappers dat wel?
Ja. En dat is een absolute must. Als wetenschapper behoor je je grootste criticaster te zijn. De grondhouding die wetenschap mogelijk maakt, is: altijd aan jezelf twijfelen. Ik stel mijzelf continu de vraag: ‘Heb ik het wel bij het rechte eind?’ Want onderschat het niet: als wetenschapper weet je dat al jouw collega-wetenschappers staan te dringen om aan te tonen dat wat jij zegt, niet klopt. Als een wetenschapper twee of drie keer op zo’n wijze op de vingers wordt getikt, is zijn carrière voorbij. Wetenschappers anno nu balanceren op een dun koord. Ze willen maar wat graag met veel poeha nieuwe ontdekkingen wereldkundig maken. Maar als die niet blijken te kloppen, dan zijn ze de sigaar.
Maar andersom werkt het net zo. Als klimaatwetenschapper weet je bijvoorbeeld: als ik kan aantonen dat iets wat in alle klimaatmodellen gemeengoed is, niet klopt, dan ben ik de bink.

Komt zoiets wel eens voor?
Jazeker. Het bekendste voorbeeld is dat van een klerk op een patentbureau in Zwitserland. Een relatieve buitenstaander, maar wel eentje die zich echt in de zaak verdiepte. Zijn naam was, inderdaad, Einstein. Hij ontdekte dat in navolging van Newton de gehele wetenschap eeuwenlang iets fundamenteels over het hoofd had gezien. Een kwestie die belangrijk wordt wanneer snelheden de snelheid van het licht benaderen. Aanvankelijk konden wetenschappers het simpelweg niet geloven. Maar dat duurde slechts heel kort. Einstein werd in één klap wereldberoemd.

Hoe komt het dan dat mensen de wetenschap niet meer vertrouwen? Denk maar aan alle verzet tegen bijvoorbeeld vaccinaties.
Het verzet tegen en wantrouwen van de wetenschap is van alle tijden. Een eeuw geleden waren heel veel mensen ervan overtuigd dat de aarde plat is (“Ik zie dat toch zelf!”). Daarvoor hoeven we echt niet heel ver terug in de geschiedenis. Onze overgrootouders dachten dat misschien ook. Er zijn zelfs nu nog mensen die de ‘flath earth’ theorie aanhangen.
Daar komt bij: mensen hebben altijd complottheorieën en irrationele gedachten gehad. Maar ze hadden nooit een platform, hooguit een zeepkistje in een park. Daar gingen ze dan op staan en niemand luisterde. Maar nu hebben we internet. Het is meer hoorbaar.

Het is dus niet zo dat mensen zich ineens tegen de wetenschap keren?
Nee, dat geloof ik niet. Hooguit hebben veel mensen altijd al een aversie gehad tegen autoriteit. Mensen willen nu eenmaal niet gelimiteerd worden. Om terug te komen op Einstein: er zijn nog steeds mensen die niet willen accepteren dat enerzijds licht met een vaste, eindige snelheid reist en anderzijds dat het niet mogelijk is om licht ‘in te halen’. Ze accepteren niet dat hen een beperking wordt opgelegd: “Niets houdt mij tegen om in principe sneller dan het licht te gaan!”
Wanneer het over het klimaat gaat, zie je soortgelijke reacties. Gemopper als “daar heb je weer zo’n wijsneus die mij komt vertellen wat ik wel en niet mag.” Ik noem dat ‘struisvogelvrijheid’. Als je je kop maar diep genoeg in het zand steekt, kun je jezelf wijs maken dat niets je tegenhoudt en niets je bedreigt.

Maar je zegt zelf dat je de wetenschap niet blindelings moet vertrouwen.
Klopt. Maar er is één persoon die écht jouw achterdocht verdient; en dat ben jijzelf. Helemáál wanneer je van jezelf weet: ‘ik wil ontzettend graag dat het zus en zo is’. Dan is de wens de vader van de gedachte. Dat zie ik bijvoorbeeld bij klimaatsceptici. Eerst ontkenden ze de opwarming van de aarde. En nu die claim niet meer verdedigbaar is, ontkennen ze dat die opwarming door de mens veroorzaakt wordt. Tegen hen zeg ik: “Wees nu eens heel achterdochtig naar jezelf toe. Waarom denk je dit? Is die ontkenning er wellicht omdat je heel graag op dezelfde voet wilt voortleven?”
Met wantrouwen naar de wetenschap is an sich dus niets mis. Maar doe het dan eerlijk en heb tenminste diezelfde dosis wantrouwen met betrekking tot je eigen theorieën.

Geef eens een voorbeeld?
Op YouTube zie ik meer dan genoeg video’s van klimaatsceptici. Sommige zijn tenenkrommend, maar er zitten genoeg sceptici tussen die echt wel hun zegje kunnen doen. Maar wat er altijd aan schort, is dat ze klakkeloos hun eigen theorieën accepteren, terwijl ze wel keer op keer rare, achterhaalde vragen aan wetenschappers blijven stellen. Of met kleine, irrelevante feitjes komen die volgens hen op een inconsistentie duiden.

Dus?
Dus ja, ik vind achterdocht heel gezond. Oók naar de wetenschap toe. Maar dan wel op basis van argumenten. Je kunt wetenschappers prima lastigvallen met vragen als ‘hoe weten we dat?’ of ‘leg eens uit?’. Maar als jij de twintigste persoon bent die aan een wetenschapper vraagt waarom de aarde niet plat is, dan zal hij waarschijnlijk antwoorden dat hij die vraag onderhand wel een beetje beu is. En in diezelfde categorie valt ook de vraag: ‘Klopt het wel dat de mens de opwarming van de aarde veroorzaakt? Is dat niet allemaal door geitenwollensokken bedachte flauwekul?’ Op een bepaald moment geef je daar geen antwoord meer op.

Dat klinkt behoorlijk hautain!
Nee, het is de vragensteller die hier hautain is. Je kunt niet verwachten dat je een waardige gesprekspartner van wetenschappers bent als je je niet eerst verdiept hebt in alle reeds bereikte inzichten. Nogmaals, met een gezonde twijfel richting wetenschap is niets mis. Maar degene die kritische vragen stelt, heeft de plicht zich te verdiepen in álle standpunten. En dus ook om aan de eigen standpunten te twijfelen. Enkel uitgaan van een bewering die je toevallig op Facebook voorbij zag komen, is dan echt onvoldoende.

Maak je dat dan vaak mee?
Ik zie vaak dat opvattingen over de opwarming van de aarde gebaseerd worden op 5 minuten googelen. Of enkel op googelen binnen de eigen bubbel van gelijkgestemden. De meeste mensen hebben helemaal geen zin om serieus op onderzoek uit te gaan. Wat overigens – begrijp me goed – volkomen legitiem is. Maar als je je er niet in wilt verdiepen, dan leg je jezelf een beperking op: je ziet ervan af bij te dragen aan de discussie en kiest ervoor je te laten leiden door autoriteit.

Oké, maar als googelen niet voldoet, wat dan wel? Moet ik soms eerst een compleet onderzoeksrapport schrijven?
Haha! Echt niet. Je hoeft helemaal niet moeilijk te doen met het formuleren van hypothesen en dat soort gedoe. Dat is inderdaad het recept dat vaak gevolgd wordt door wetenschappers, maar daar draait het hier niet om. Wat ik zeg, is dit: ga zelf op onderzoek uit. Maar dan ook echt. Googelen is een begin. Daarna zoek je verder. Écht verder. Je stopt niet bij een welgevallige site of bij een artikel dat jouw mening ondersteunt. Je gaat ook bij de ‘andere kant’ te rade. En als je dan gaandeweg je eigen vraag onderuithaalt, heb je echt wat geleerd en weet je dat je die vraag niet meer hoeft te stellen. Dat heet voortschrijdend inzicht en is de enige weg naar vooruitgang.

En als je je eigen argumenten onderuit probeert te halen, maar ze houden stand?
Dan lukt het vast wel om een antwoord te krijgen van wetenschappers. Ik noemde eerder Einstein. Hij voelde intuïtief aan dat er iets mis was in de beschrijving van snelle bewegingen. Hij beet zich vast in het onderwerp, bestudeerde de wetenschappelijke consensus, probeerde zijn eigen inzichten onderuit te halen, maar kwam tot de conclusie dat hij het gelijk aan zijn zijde had. Daarna ging het snel, en de uitkomst is bekend.
Nu haalt een gemiddelde sceptische burger niet het niveau en de diepgang van een Einstein, maar dezelfde les geldt voor ons allen. Neem Maurice de Hond. Hij ageert tegen de Corona-maatregelen die het Outbreak Mangement Team aanbeveelt. De Hond is iemand die moeite lijkt te hebben om een gezonde dosis zelfkritiek te genereren. Daar wringt de schoen duidelijk. Maar hij ging wél zelf op onderzoek uit. Ondanks het feit dat hij een volstrekte leek is op het gebied van virusoverdracht en ondanks zijn tekort aan gezonde twijfel, kreeg hij uiteindelijk wel het gewenste debat. Dát is waar het om gaat: goed onderbouwde discussies leiden tot een groter inzicht van alle betrokken partijen en daarmee tot een groter vertrouwen in kennis en wetenschap.

De overige 8 afleveringen uit deze serie vind je hier.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Hij werkt voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!