Niet mijn oorlog

Ergens aan de andere kant van de oceaan stapt een man in een vliegtuig. Een groot vliegtuig, met goudkleurige gordijntjes en tapijt dat doet denken aan een casino in verval. De man heet Trump. Donald Trump. Aan boord roept hij iets tegen meereizende journalisten. Over drones, burgerdoden in Kyiv en dat Poetin gek is geworden.

“Absolutely CRAZY!” tikt hij enkele uren later op Truth Social. In hoofdletters, want kleine letters zijn voor losers. Hij had nota bene laatst nog gebeld met Vladimir Poetin. Twee uur lang! Lekker vanuit Mar-a-Lago, tussen de golfballen. Voeten op tafel, zonnebril op en de MAGA-baseballpet een tikje scheef op het hoofd. Het was een EXCELLENT gesprek geweest.

Mijn buurvrouw zou zeggen: “Als je twee uur met iemand belt, dan is er óf liefde óf ellende in het spel.” Bij Trump is het meestal beide. Hij begrijpt Poetin niet, maar bewondert hem wel. Vanwege zijn rust, de kalmte. Dat stalen gelaat. Bovendien, die kleine Russische pik doet gewoon wat hij wil. En daarin herkent Trump zichzelf. Hij ziet geen vijand. Hij ziet een collega.

This isn’t my war,” herhaalt hij daarom keer op keer. Niet zijn oorlog. Alsof het gaat om een slecht huwelijk van een verre kennis. Ingewikkeld, emotioneel, maar bovenal: niet zijn probleem. En steevast volgt dan altijd: “This is Biden’s war, Zelenskiy’s war, and Putin’s war.” Een zinsconstructie die doet denken aan een huilende peuter: “Dat was al stuk toen ik het liet vallen!”

En dus wil Trump stoppen met bemiddelen. Of misschien toch niet. Hij houdt de deur op een kier. Hij wil best helpen, natuurlijk, maar dan wel als iemand anders het regelt. De paus bijvoorbeeld. Of desnoods de Italianen, want hij mag die blonde mokkel van een Meloni wel.

Maar als er niets gebeurt, dan loopt hij weg. Zo zei hij het ook: “I just back away.” Dat is Trump ten voeten uit. Zijn reflex is terugtrekken – niet uit principe, maar uit ongeduld. Tenzij er dus “iets” gebeurt. Wat dat zou moeten zijn, weet niemand. Waarschijnlijk hij zelf ook niet.

Ach ja, Trump. De makelaar in wereldvrede. Hij beloofde peace zoals een alcoholist belooft te stoppen met drinken: morgen, misschien. In Amerika hebben ze daar nu een acroniem voor: T.A.C.O. – Trump Always Chickens Out. Niet alleen met zijn importheffingen, maar ook bij oorlog en vrede. Oekraïne? “Not my war.” Want niet zijn schuld. Net zoals een uitslaande brand ook niet de schuld is van de brandweerman die weigert uit te rukken.

En ik dacht: de wereld zal heus wel blijven draaien, met of zonder Amerikanen aan de onderhandelingstafel. Maar het is een vreemd iets, dat vrede nu afhankelijk is van een man die zich graag de piloot waant, maar in werkelijkheid veel meer iemand is die eindeloos aanrommelt met de intercom.

En mijn buurvrouw? Die zou op zo’n moment het raam sluiten en mompelen: “Als dát de gezagvoerder is, dan neem ik wel de bus.”

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!