Talent voor graaien

Ooit, lang geleden, had ik een bijbaantje bij V&D. Verkleed als paashaas mocht ik chocolade eitjes uitdelen aan kinderen. Daar stond ik, voor de hoofdingang, met een grote rieten mand onder de arm. Het was een zaterdag en in de winkelstraat kon je over de hoofden lopen. Ik viel op, in mijn hazenpak. Klanten dromden om mij heen. Een klein meisje vroeg schuchter of ze een eitje mocht. Natuurlijk mocht dat. Ik bukte en liet haar een eitje uitzoeken. Nog meer hoofden om me heen. Loerende blikken, enkel van volwassenen nu.

„Zijn die eitjes gratis?” vroeg een net heerschap van achter in de vijftig. Zijn hoofd hing vervaarlijk dicht boven de mand met chocolade eitjes. Hij had een vreemde blik in de ogen. Ik knikte. Dat had ik beter niet kunnen doen. Het volgende moment stortten tientallen handen zich op de eitjes. In paren van twee, als kommetjes. Ik zag ze vliegensvlug tussen rieten mand en jaszak heen en weer gaan. Tot alles op was. Vijf kilo aan chocolade eitjes. In pakweg 3,2 seconden.

„Ben je er alweer?” vroeg de winkelmanager even later.
Ik veegde het zweet van mijn voorhoofd. „De meute graait.”
„Ach ja, hebberigheid.” De manager staarde naar de grote reclameborden die het V&D Prijzencircus aankondigden. „Kapitalisme drijft er op.”

Ik ben zijn woorden nooit vergeten. Vorig jaar liep ik als toevallige passant langs een net geopende Primark. Buiten stonden dranghekken. Ik keek naar binnen. Gegraai in bakken. Er werd geduwd en getrokken. Kleding ging aan flarden. Ik schrok, ik wist niet dat het zo erg was. Maar Primark is er trots op. Op hun website lees ik: „Niets is zo spannend als de openingsdag van een nieuwe Primark-winkel! (…) Klanten stormen de winkel binnen en graaien naar alles wat ze kunnen vinden. Het is opwindend!”

De Huishoudbeurs net zo. Bezoekers graaien daar per persoon gemiddeld zeven kilo aan gratis samples en proefpakketjes bij elkaar. Zeven kilo. Geen wonder dat het heel gebruikelijk is om een rolkoffer mee te nemen wanneer je een dagje naar de Huishoudbeurs gaat.

De kick van het hebben-hebben-hebben. Je zal de eigenaar maar zijn van een winkel die failliet is en noodgedwongen opheffingsuitverkoop houdt. Ja, nu alles bijna gratis is komen de klanten wel. Als een sprinkhanenplaag strijken ze neer in je zaak.

Enfin, daarom begrijp ik het geklaag van ABN Amro en ING niet. Dat ze met die armetierige bankierssalarissen van tegenwoordig geen goede mensen kunnen vinden. Mijn advies aan banken: kijk om je heen. Ongegeneerd graaien tot je erbij neervalt? Talent genoeg in Nederland.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Hij werkt voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!