De hoogste militair van Frankrijk, generaal Mandon, heeft gesproken. Het land moet zich voorbereiden op oorlog met Rusland. Niet ooit, maar vóór 2030. En toen kwam de zin die de zaal – en de rest van Europa – deed verstillen: “Als ons land niet bereid is zijn kinderen te verliezen, dan lopen we gevaar.”
Ik las het drie keer. Probeerde te begrijpen of hij misschien een metafoor gebruikte. Maar nee. De man bedoelde precies wat hij zei: dood, oorlog. Jongens van achttien, negentien in een loopgraaf ergens in Oost-Europa, wachtend op een Russische drone.
“De Fransen zullen moeten leren lijden,” zei Mandon ook nog. Fijn. Daar zaten de Fransen net op te wachten. Een generaal die hen komt vertellen dat ze te weinig pijn voelen.
Mandon sprak op een congres van burgemeesters. Mannen en vrouwen die een half jaar vergaderen over de kleur van de bloembakken op het dorpsplein. Nu moesten ze ineens meedenken over hoe je de sneuvelbereidheid verhoogt in je gemeente. Een vergeten ambacht, blijkbaar.
Eén burgemeester vroeg hem of de 51.000 oorlogsmonumenten die Frankrijk telt, soms niet genoeg waren? Het bleef even stil. 51.000 gedenkstenen vol namen. Vooral het resultaat van La Grande Guerre, 1914-1918. De oorlog die aan alle oorlogen een eind zou maken. Jongens die nooit meer thuiskwamen. Gesneuveld voor iets dat niemand later nog kon uitleggen.
En nu stond daar een generaal die met zoveel woorden zei: we gaan het gewoon nog een keer doen. Maar dit keer beter. Met meer morele veerkracht.
Een andere burgemeester riep dat niemand in Frankrijk bereid is te sterven voor Oekraïne. Iedereen knikte. Al was het wel jammer dat niemand opstond en zei: “Luister niet naar die militair. Hij is de pyromaan die komt vertellen dat het tijd is om het vuur aan te steken.”
Uren later. Het is ver na middernacht in een dorp in de Auvergne. Een burgemeester parkeert zijn Peugeot voor het huis. Binnen is het donker. Hij zet water op, wacht tot het kookt. In de woonkamer ligt zijn oudste zoon op de bank. Eén sok half uit. Chips op zijn trui. Headset scheef. De Playstation nog aan, het spelletje op pauze. Hij heeft de hele avond Fortnite gespeeld.
De burgemeester gaat zitten, drinkt zijn thee. Hij denkt aan de generaal. En aan de folder die binnenkort in heel Frankrijk op de deurmat ligt: Tous responsables. Allemaal verantwoordelijk. Iedereen moet meedoen als het zover is.
De vanzelfsprekendheid waarmee men denkt dat een dorp zijn kinderen wel even afstaat. Dat ouders begrijpend zullen knikken. Alsof de twintigste eeuw nooit heeft plaatsgevonden. Alsof we niet weten hoe dat theater van nationale opoffering eindigde.
Die nacht droomt de burgemeester over een nieuw monument op het dorpsplein. Donker marmer. Een ovaal zwart-wit fotootje van zijn zoon. De tekst eronder, potsierlijk groot, in goud: “Eervol gevallen, level 29.”

