Maandagochtend, persmoment in het Witte Huis. Trump zit op zijn stoel bij de open haard. Ellebogen op de knieën, de stropdas net iets te lang, zoals altijd. Naast hem zit Rutte. Glimlachend, maar niet van harte. Eerder zoals mensen glimlachen bij een condoleance.
Het gaat over Oekraïne. Over wapens, over oorlog. “We make the best equipment,” zegt Trump, “the best missiles, the best of everything.” Hij prijst de “briljante” Amerikaanse defensiebedrijven. Een woord dat je meestal hoort als het gaat over kinderartsen of violisten. Niet over mensen die clusterbommen ontwerpen en produceren.
Dan, ineens, gooit Trump een bommetje richting Moskou. Poetin krijgt exact vijftig dagen om tot een staakt-het-vuren te komen. Anders volgen sancties. Importtarieven van honderd procent. Of vijfhonderd. Misschien alleen voor Rusland, maar misschien ook voor alle landen die handelen met Rusland. Dat weet Trump nog niet. Maar dat doet er ook niet toe. Details zijn voor losers.
Vijftig dagen. Dat is ongeveer de duur van een mislukte verkering. Van eerste kus tot eerste ruzie. Niet te lang, niet te kort, maar net genoeg om iets te verwachten. En dan teleurgesteld te worden. Trump weet dat ook. Maar hij houdt nu eenmaal van deadlines. Van bluffen. Van de indruk wekken dat hij alles onder controle heeft.
Precies het tegenovergestelde is waar. Dit is geen plan, dit is een opwelling. Donald, die altijd pocht de beste deals van de wereld te sluiten, denkt nu met deadline-diplomatie een oorlog te beëindigen. Alsof Poetin, aan die meterslange tsarentafel, in zijn agenda kijkt en denkt: “Oei, nog maar 49 dagen. Nu moeten we wel een keer opschieten.”
Maar wat kan Trump doen als Poetin de deadline negeert? Importheffingen op Russische goederen? In 2024 importeerde de VS voor amper drie miljard dollar uit Rusland. Dat is wat Elon Musk op een regenachtige dag uitgeeft aan X. Maar misschien denkt Trump echt dat je een oorlog kunt beslechten met een importheffing op Russisch kaviaar.
Op het slagveld verandert intussen niets wezenlijks. Oekraïne verliest terrein. Niet snel, maar gestaag. Rusland voert een uitputtingsoorlog – niet alleen tegen Oekraïne, maar vooral ook tegen de EU en haar portemonnee. Want het grote NAVO-plan dat Rutte mocht presenteren, komt in feite hierop neer: Europa koopt voor miljarden aan Amerikaanse wapens om die vervolgens aan Oekraïne te schenken. Een vorm van militaire crowdfunding. Alleen, ook de Amerikaanse wapenindustrie kan het nauwelijks bijbenen. Oekraïne, Israël, Taiwan – het magazijn raakt leeg.
Dus wat nu? Gaat Trump over vijftig dagen werkelijk ruim zestig procent van de wereld sancties opleggen omdat zij Russische olie kopen? Het is een klassiek dilemma: krabbelt hij terug, dan oogt hij zwak. Voert hij zijn dreigement uit, dan raakt hij niet alleen Moskou, maar vooral zichzelf en de Amerikaanse economie.
Geen wonder dus dat de Russische beurs direct na Trumps persmoment bijna drie procent omhoogschoot. Niet omdat ze bang zijn. Maar omdat ze precies weten wie daar sprak, voor die open haard, met zijn net iets te lange das.