Excellent presteren is het helemaal tegenwoordig. Google op ‘Tilburg University’ plus ‘excellence’ en honderdduizenden hits vliegen je om de oren. Geen bijvoeglijk naamwoord dat het beter doet dan ‘excellent’. Excellent vakmanschap, excellent onderwijs, excellente wetenschap, excellente studenten. Eerst was het de zesjescultuur die werd gehekeld, nu is zelfs ‘goed’ niet meer goed genoeg. Alles moet vandaag de dag excellent zijn. Het lijkt wel een vorm van hysterie. Excellent dit, excellent dat, excellent zus en excellent zo.

Leuk hoor, universiteitsjargon dat uiteindelijk resulteert in een zelfbedachte Michelin-ster, maar wat koop je ervoor? Het is het geschreeuw van managers: “we zijn allemaal toppers!” Nee, dat zijn we niet. Minstens 98 procent is dat niet, want hoe je het ook wendt of keert, het predicaat ‘excellent’ is niet voor iedereen weggelegd, ongeacht hoe vaak je het woord laat vallen. Dat is nu net de grap. Er kan er maar één de beste zijn. En er kunnen er maar een paar ‘top’ zijn. Toch ziet elke universiteit zichzelf graag als excellent en van topkwaliteit.

Nu kan ik me dat bij Harvard University nog wel voorstellen, maar waarom dan ook Tilburg University? Met alle respect, maar is de term ‘excellent’ voor een universiteit die op internationale ranglijsten rondom plaats driehonderd staat, niet wat te hoog gegrepen?

Stel, Tilburg University was een mens van vlees en bloed, en jij bent zijn psycholoog. Zou je iemand met zulke torenhoge, onrealistische ambities dan niet tegen zichzelf in bescherming nemen? Weer zo iemand die moeite heeft met het accepteren van zichzelf, denk je dan. Het beste wat je kunt doen, is diegene omhelzen en zachtjes heen en weer wiegen, terwijl je fluistert: “Tilburg University, kom op, doe niet zo mal. Je bent goed zoals je bent. Echt.”
 

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Hij werkt voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!