Het boerkaverbod, een geworstel van jewelste

Sinds 1 juni is gezichtsbedekking verplicht in het openbaar vervoer. Tien maanden eerder: augustus 2019 is Nederland in de ban van een bijzonder verbod. Het boerkaverbod. Een verbod dat op bijna niemand van toepassing is, maar toch een open zenuw raakt in onze samenleving.

Donderdag 1 augustus 2019. Het ‘gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding’ is van kracht; beter bekend als het boerkaverbod. Voortaan is het verboden om een boerka, niqab, bivakmuts of integraalhelm te dragen in scholen, overheidsgebouwen, zorginstellingen en in het openbaar vervoer. Op alle andere plaatsen, zoals bij een bushalte of op een treinperron, is kleding die het gezicht deels of geheel bedekt, wél toegestaan.

Het heeft even geduurd. Al in 2005 stemt de Tweede Kamer – geheel onverwacht – in met een motie van Geert Wilders om een boerkaverbod in te voeren. Het CDA, de VVD, Lijst Pim Fortuyn en de Groep Nawijn blijken vóór. Nu moet de motie nog worden omgezet in een wet. Maar hoe?
De discussie laait op, het gelazer begint. Is een boerkaverbod niet in strijd met de vrijheid van godsdienst? En is vrouwen verbieden zichzelf te bedekken niet net zo erg als hen dwingen dat wel te doen? Trouwens, in Nederland lopen naar schatting zo’n 150 tot 200 vrouwen in een boerka over straat. Is zo’n wet dan niet buiten proportie?

Wilders – en velen met hem – vinden van niet. De PVV-leider twittert alvast dat wat hem betreft het boerkaverbod de opmaat is naar een algeheel verbod op de hoofddoek. Dat maakt het er politiek gezien allemaal niet gemakkelijker op. Kabinet na kabinet wordt de hete aardappel vooruitgeschoven.

Tien jaar later, in 2015, loodst minister Plasterk (PvdA) de wet dan eindelijk, in afgezwakte vorm, door de Tweede Kamer. Officieel moet het verbod in algemene zin bijdragen aan ‘de sociale veiligheid’. Maar iedereen weet dat het de initiatiefnemer van de wet (Wilders) enkel om de boerka te doen is.

Plasterk voorziet sowieso problemen met de handhaving: “De politie zal er niet snel voor uitrukken, precies zoals zij ook niet uitrukt wanneer iemand rookt op een plek waar dat niet mag.” Als uiteindelijk ook de Eerste Kamer instemt, gaat het boerkaverbod op 1 augustus 2019 in.

De eerste weken zorgen direct voor spanningen. Een artikel in het Algemeen Dagblad zet de toon. De krant legt in geuren en kleuren uit hoe iedere burger een zogenaamd ‘burgerarrest’ mag uitvoeren, wanneer hij of zij iemand in een boerka ziet op een plek waar dat verboden is. Waarbij je een boerkadraagster gerust tegen de grond mag werken, mocht zij de benen willen nemen. Op Facebook en Twitter verschijnen tal van oproepjes om ‘jacht’ te maken op boerkadraagsters.

Maar die moderne heksenjacht blijft uit. In Nijmegen spreekt de beheerder van een gemeentelijke speeltuin een boerkadraagster aan. Ten onrechte, blijkt achteraf, want het boerkaverbod geldt daar niet. Een gemeentelijke speeltuin is nu eenmaal geen overheidsgebouw. Na de nodige ophef in de media biedt de gemeente de boerkadraagster excuses aan. Als genoegdoening krijgt ze een vrijkaartje voor de speeltuin, ter waarde van maar liefst 4,85 euro.

Boerkaverbod of niet…

Nog zo’n mini-incidentje: In het Diakonessenhuis in Utrecht vraagt een receptioniste aan een vrouw in een niqab (waar alleen de ogen vrij zijn) of ze haar gezicht wil tonen. De niqab-draagster dient een klacht in tegen het ziekenhuis. “Pas maar op dat je niet wordt gearresteerd,” zou een arts in de gipskamer tegen haar hebben gezegd. Het ziekenhuis ontkent. Boerkaverbod of niet; bij wet mag niemand medische zorg worden ontzegd. Volgens een woordvoerder is er wat dat betreft geen verschil tussen vóór en ná 1 augustus: “We kunnen een vrouw moeilijk hulp weigeren op basis van de wijze waarop zij zich kleedt.”

Ook voorstanders van het boerkaverbod roeren zich. Op het centraal station van Den Haag rekenen agenten ene René Noordzij in. De Hagenees wil met een bivakmuts over zijn hoofd getrokken, in de stationshal zijn ov-chipkaart opwaarderen. Ja, René doet het erom.

Maar hij heeft een punt: Waarom mag hij niet met een bivakmuts op rondlopen? Vrouwen in boerka of niqab worden toch ook niet staande gehouden? De aanhouding was inderdaad onterecht, geeft de politie later toe. Maar, mensen met bivakmuts zien er nu eenmaal dreigend uit, vindt een politiewoordvoerder: “Iedereen begrijpt dat een agent je staande houdt als je zo rondloopt. De bank doet de deur ook niet open als je aanbelt met een bivakmuts op je hoofd.”

Intussen stapt in het Limburgse Stein ene Angela op de bus. Angela is een Nederlandse moslimabekeerlinge, gekleed in een niqab. Ze heeft een nieuwe baan, het is haar eerste werkdag. Maar de chauffeur van vervoersmaatschappij Arriva weigert haar mee te nemen. Immers, volgens het boerkaverbod mag je geen gezichtsbedekkende kleding dragen in het openbaar vervoer. Angela antwoordt dat ze bereid is zich te identificeren, bijvoorbeeld door haar niqab even af te doen. Daarmee neemt de chauffeur geen genoegen. Hij weigert door te rijden en belt de politie.

Na twintig minuten arriveert een agent die Angela vraagt de bus te verlaten. Dat doet ze, hevig ontstemd vanwege het feit dat de agent ook nog eens van Marokkaanse afkomst is. Angela dient een klacht in bij Arriva, waarop het vervoersbedrijf de arme chauffeur, die zich enkel aan de nieuwe wet hield, op de vingers tikt. Want boerkaverbod of niet: vervoersbedrijven zijn óók wettelijk verplicht om elke klant te accepteren.

Een dag later neemt Angela wéér dezelfde lijnbus naar haar werk. En weer treft ze dezelfde chauffeur. De ongelukkige belt weer de politie, maar die komt niet meer. En zo bleef het nog lang onrustig in dat kleine landje aan de Noordzee.

De hamvraag of we met het boerkaverbod een groot probleem oplossen, blijft in ieder geval onbeantwoord. Hetzelfde geldt voor de vraag hoeveel kleren vrouwen nu eigenlijk mogen (of moeten) dragen. Niet te weinig, want dan worden ze geblockt door Facebook. En ook niet te veel, want dan dreigen ze tegen de grond gewerkt te worden door burgers die menen dat Nederland naast een ‘caviapolitie’, nu ook een ‘kledingpolitie’ kent.

Hoe dan ook, voor het overgrote deel van alle Nederlanders zal gelden: vóór 1 augustus zagen ze nauwelijks of nooit een vrouw in een boerka en ná 1 augustus ook niet. Maar mensen met die andere gezichtsbedekking, het mondkapje, des te meer.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Hij werkt voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!