Zelfmoordprotocol

De wereld hangt van protocollen aan elkaar. Nu is er weer een protocol om zelfdoding onder studenten tegen te gaan. Bureau Studentenartsen presenteerde het met veel tamtam, want zelfmoord is doodsoorzaak nummer 2 onder studenten.

Oei oei oei.

Ja, dat klinkt inderdaad ernstig. De directeur van Bureau Studentenartsen vertelt in het Amsterdamse universiteitsblad Folia dat studenten het zwaarder hebben dan werkende leeftijdsgenoten. Geen idee op welke cijfers hij die aanname baseert, want onder jongeren tussen de 20 en 25 jaar is suïcide zelfs doodsoorzaak nummer 1. Dan doen studenten het dus zo ‘slecht’ nog niet.

Ja maar, hoor ik je mompelen: doodsoorzaak nummer 2! Dat is hartstikke hoog!

Inderdaad, maar daarbij dient wel aangetekend te worden dat bijvoorbeeld het aantal verkeersdoden de afgelopen jaren enorm is afgenomen. In zo’n geval stijgt suïcide dus ‘als vanzelf’ in de top-3-lijstjes. Als het ene daalt, komt het andere bovendrijven. Het is maar net hoe je de cijfers over zelfdoding onder jongeren presenteert.

Neem nu dit rapport van het Nederlands Jeugdinstituut. In 2008, zo wordt gesteld, was bij 1 op de 6,5 sterfgevallen onder jongeren zelfdoding de doodsoorzaak, terwijl dat in 1969 slechts gold voor 1 op de 26 sterfgevallen.

Oh jee, denk je dan als lezer, het is vier keer zo erg geworden!

Nee, want in de jaren zestig vielen studenten bij bosjes in het verkeer. Wat het Nederlands Jeugdinstituut voor het gemak niet vermeldt: in 1969 verloren maar liefst 3260 Nederlanders het leven bij verkeersongevallen; in 2008 waren dat er ‘slechts’ 750. Ook dat is een factor vier en ook hier geldt: als het ene daalt, komt het andere bovendrijven.

Sterker nog: ik durf rustig de stelling aan dat in 1969 meer studenten stierven dan nu, zowel relatief als absoluut.

Ach ja, er zijn leugens, grove leugens en statistieken, zo wil de uitdrukking. Maar is het erg dat je iets zo dramatisch mogelijk probeert af te schilderen? Als je ook maar één mensenleven redt door alle media-aandacht die dat genereert, dan is dat toch winst?

Laten we dan het protocol maar eens doornemen, dat sinds 1 januari online staat. Echt een belangrijk stuk, want Bureau Studentenartsen stuurde het naar alle hogescholen en universiteiten in Nederland, zodat die er ook mee aan de slag kunnen.

Enfin, één luizig A4’tje is het, met ‘Handvatten voor de herkenning van studenten met een suïciderisico.’ Geen idee hoe je hiermee aan de slag kunt, want het is de ene open deur na de andere. Zo zouden mentale afwezigheid en een bleek en onverzorgd uiterlijk voortekenen kunnen zijn van suïcide. Het protocol adviseert: “Spreek de student aan. Vraag bijvoorbeeld: Hoe gaat het met je?”

Wat een vod. Echt. Vervang het woord ‘student’ door ‘vrachtwagenchauffeur’ of ‘bejaarde’ en je hebt een nieuw protocol. Hartstikke handig.

Pas in een interview met het Parool komt de directeur van Bureau Studentenartsen met een zinvolle bijdrage. Hij zegt: “Als er iemand is die om je geeft, is het moeilijker om zelfmoord te plegen.” Mooi gesproken en zo waar. Maar daar blijft het dan ook bij, want meneer weet die zin direct weer te slachten met een ambtelijk uitgesproken: “dit protocol is ook een oproep om wat meer naar elkaar om te kijken.”

Mijn God, als we daarvoor als samenleving al een protocol nodig hebben, dan zijn we echt van alle goede geesten verlaten.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Hij werkt voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!