Zonder mensen geen goden

– Zo jongen, morgen ben je weer jarig.
– Ik weet het, pa.
– En alsof de duvel ermee speelt: de avond voor je verjaardag zit de kerk weer bomvol.
– Fijn toch?
– Ik vind het vooral fascinerend. Zeker wanneer je bedenkt dat ze enkel nog geloven in spullen, spullen en nog meer spullen.
– Niet overdrijven pa…
– Overdrijven? Ik zeg gewoon hoe het is! De mensen zijn niet meer onder de indruk. Sterker nog, ze hebben hun eigen alomtegenwoordige god in elkaar geknutseld. Waar hebben ze mij nog voor nodig als de NSA ook alles ziet?
– Verdomme pa, doe niet zo zuur. Kijk toch eens naar beneden. Het ziet er heerlijk knus uit!
– Jaja. Probeer het maar positief te labelen. Verrekte hippie!
– Huizen en tuinen sfeervol verlicht, stapels cadeaus onder de boom. Machtig mooi vind ik dat!
– Cadeaus ja, maar niet voor mij! Offers brengen om je god gunstig te stemmen zit er tegenwoordig ook al niet meer in. Dan hebben die van hiernaast, Ali en Mo, het een stuk beter getroffen. Daar is het elke dag raak!
– Pa! Kappen nou! Kerstmis geeft de mensen tenminste hoop!
– Hoop? Wat ik zie, is een rode dikkerd die voor het zoveelste jaar rondrijdt in een Coca-Cola-truck. Dus hoezo hoop? Ja, een hoop cola. Lekker dan.
– Ouwe brompot! Hoor je al die muziek ver beneden ons? Ik hou daar wel van hoor!
– Noem je dat muziek?! Een aanfluiting is het, verdulleme nog aan toe! De kitsch! De platte sentimenten! Schenk ik de mensheid in al mijn goedertierenheid Johann Sebastian Bach, draaien ze tot in den treure ‘Driving home for Christmas.’ Ik moet me elk jaar inhouden om die hese zak niet tegen een boom te laten rijden, weet je dat?
– Geef de mensheid dan eindelijk eens een keer een hint.
– Een hint? Ik doe niets anders! Ik warm godbetert het noordelijk halfrond op tot 17 graden! In december! Dat lijkt me toch duidelijk genoeg? Zolang ze er een potje van maken daar beneden, kunnen ze die witte kerst gevoeglijk op hun buik schrijven!
– Pa, rustig…
– Wij zijn zo passé. Van jou en mij wordt allang niets meer verwacht. De mensen geloven tegenwoordig in het leven vóór de dood. Vind ik ook prima hoor! Maar waarom maken ze dáár dan zo’n puinhoop van?
– Pa, dat is flauw. Je gaf ze zelf een vrije wil.
– Dat weet ik ook wel! Maar waarom zit er zoveel kou in hun harten? Kun jij me dat vertellen? Jij was ooit mens tussen de mensen. Jij sloot niemand uit.
– Pa, doe effe rustig!
– Doe zelf rustig! Ik word hier aan alle kanten beduveld! Ach, kon ik die hele godvergeten mensheid maar opdoeken! Liever gisteren dan vandaag. Maar ja, wat blijft er dan van ons over?
– Hoe bedoel je?
– Jongen, denk nu eindelijk toch eens na! Zonder mensen geen goden.

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Hij werkt voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!