
Ik snap helemaal niets van dat vuurwerkverbod
"Wat valt daar niet aan te begrijpen? Met een vuurwerkverbod zou die brand in die Arnhemse flat er nooit zijn geweest!"
"Wat valt daar niet aan te begrijpen? Met een vuurwerkverbod zou die brand in die Arnhemse flat er nooit zijn geweest!"
“En, wat heb jij allemaal bereikt in het afgelopen decennium?” vroeg iemand me. Zonder mijn antwoord af te wachten, stak hij zelf al van wal. Wat volgde, was een monoloog waarin zijn carrièrestappen elkaar in ijltempo opvolgden, gelardeerd met de bijpassende salarissen.
Wie denkt dat de farmaceutische industrie schandalig hoge winsten maakt, die moet eens een bril kopen. Het liefst bij een opticien in een drukke winkelstraat.
Anno nu is het helemaal hip om je leven door een lens te bekijken. Het lijkt wel een reflex. Ik snap er niets van. Waarom moet van werkelijk alles een visuele back-up worden gemaakt?
Ja, jongens en meisjes. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig was techniek nog een statussymbool. Een vriend van mij had een beeper. Een apparaatje dat hij elke zaterdagavond in het café pontificaal op de bar legde.
Intussen rijdt de scanauto van de gemeente zijn rondjes door de stad. Een high tech-wagen met zestien camera's op het dak. Geen foutparkeerder die ontsnapt aan deze rijdende boetemachine.
Oké, nieuws (de naam zegt het al) bevat het woord ‘nieuw’. Maar ’nieuw’ maakt iets niet automatisch relevant. Ik kan me niet herinneringen dat het volgen van nieuws me ooit iets heeft gebracht.
Een professional. Vroeger betekende dat iets goeds. Het was bijna iets nobels. De professional verdiende onze bewondering. Hij liet de kleine emoties thuis en bracht zijn ‘betere’, objectieve ik mee naar zijn werk. Professionalisme stond synoniem voor een scala aan bekwaamheden.
Studenten vragen mij wel eens: “Meneer Koelman, wat heeft u nu écht geleerd tijdens uw studentenleven?”
De robotbanen komen eraan. De Amerikaanse ondernemer en presidentskandidaat Andrew Yang speecht er regelmatig over. Hij waarschuwt voor werkloosheid door robots en opteert daarom voor een universeel basisinkomen van duizend dollar per maand voor iedere Amerikaan.