De prijs van een mensenleven

De zorg wordt langzaam maar zeker onbetaalbaar. Daarom pleiten medisch specialisten voor een prijsplafond. Als het aan hen ligt, mag een medische behandeling straks niet meer kosten dan 80.000 euro per gewonnen levensjaar. Is een behandeling duurder, dan dient de ingreep niet langer te worden vergoed. Iets waarvoor de Raad voor de Volksgezondheid al pleitte in 2006. Vooral de prijzen van kankermedicijnen rijzen de pan uit. Deze kosten nu al twintig- tot veertigduizend euro per patiënt per jaar.

Rare jongens, die medisch specialisten. Een ethische discussie voeren aan de hand van een willekeurig gekozen geldbedrag. Bovendien: een arts behoort zich niet druk te maken over de vraag wat een behandeling of medicijn kost. Hij behoort zich enkel te bekommeren om zijn patiënt. Waar anders is de eed van Hippocrates voor bedoeld? Trouwens, hoe vertel je een patiënt dat hij het het enige werkzame medicijn niet krijgt, want te duur? Een ernstig kijkende specialist: „Helaas, we willen wel, maar we kunnen niet. Zonder behandeling heeft u nog een half jaar te leven, met behandeling drie. Maar uw zorgverzekering staat dat niet toe. Tenzij u alles wat boven die 80.000 euro per jaar uitkomt, uit eigen zak betaalt. Heeft u een boot? Nee? Dat is jammer. Anders had ik gezegd: dan verkoopt u toch gewoon de boot?”

Medische selectie, louter op basis van financiële overwegingen. Niet langer staat de patiënt centraal in de zorg, maar het geld. Aan de andere kant: zorg wordt bekostigd uit gemeenschapsgeld en de financiële bomen reiken nu eenmaal niet tot in de hemel. Dus de vraag is legitiem: besteden we tonnen aan euro’s om één patiënt een jaar langer te laten leven, in het besef we dat geld dus niet aan de behandeling van andere patiënten kunnen uitgeven? Het is een bijna onmogelijke ethische discussie. Waar trek je de grens wanneer je als een econoom alles uitdrukt in kosten en baten? Ik heb geen idee.

Wat ik wel weet, is dit: als straks aan werkelijk alles in de gezondheidszorg een prijskaartje hangt, waarom heb ik dan nog een donorcodicil waarmee ik grátis mijn organen doneer? En waarom ga ik trouw vier keer per jaar naar de bloedbank om grátis bloed te geven? Bloed waarmee ook onderzoek wordt gedaan door de farmaceutische industrie, zodat ze nieuwe medicijnen kunnen ontwikkelen waaraan vervolgens weer dik wordt verdiend? Ik lijk wel gek. Maar die discussie mag natuurlijk niet worden gevoerd, want je organen doneren en bloed afstaan doe je gratis, uit solidariteit. Dan denk ik: welke solidariteit?

Luuk Koelman
Luuk Koelman

Columnist (o.a. voor Nieuwe Revu), ghostwriter en schrijfcoach. Ik werk voor mensen die graag schrijven én voor mensen die liever niet schrijven.

Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief!