
Het perron
Ik droomde dat ik midden in de nacht op een compleet verlaten station stond. In het vale schijnsel van een enkele lamp zag ik op het perron tegenover me mijn moeder staan.
Ik droomde dat ik midden in de nacht op een compleet verlaten station stond. In het vale schijnsel van een enkele lamp zag ik op het perron tegenover me mijn moeder staan.
"U spreekt mij aan op mijn vrouwzijn. Waarom doet u dat?”
Tegenwoordig moet alles ‘smart’ zijn. Van je slimme meter tot en met je slimme haarborstel, slimme broodrooster en slimme condooms aan toe. Ook slimme luiers bestaan al, zodat je het plasje van je koter kunt monitoren.
"Wat valt daar niet aan te begrijpen? Met een vuurwerkverbod zou die brand in die Arnhemse flat er nooit zijn geweest!"
“En, wat heb jij allemaal bereikt in het afgelopen decennium?” vroeg iemand me. Zonder mijn antwoord af te wachten, stak hij zelf al van wal. Wat volgde, was een monoloog waarin zijn carrièrestappen elkaar in ijltempo opvolgden, gelardeerd met de bijpassende salarissen.
Wie denkt dat de farmaceutische industrie schandalig hoge winsten maakt, die moet eens een bril kopen. Het liefst bij een opticien in een drukke winkelstraat.
Anno nu is het helemaal hip om je leven door een lens te bekijken. Het lijkt wel een reflex. Ik snap er niets van. Waarom moet van werkelijk alles een visuele back-up worden gemaakt?
Ja, jongens en meisjes. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig was techniek nog een statussymbool. Een vriend van mij had een beeper. Een apparaatje dat hij elke zaterdagavond in het café pontificaal op de bar legde.
Intussen rijdt de scanauto van de gemeente zijn rondjes door de stad. Een high tech-wagen met zestien camera's op het dak. Geen foutparkeerder die ontsnapt aan deze rijdende boetemachine.
Oké, nieuws (de naam zegt het al) bevat het woord ‘nieuw’. Maar ’nieuw’ maakt iets niet automatisch relevant. Ik kan me niet herinneringen dat het volgen van nieuws me ooit iets heeft gebracht.