
Werk is de nieuwe religie
Vroeger was ‘werk’ gewoon een baan. Vervolgens werd werken ‘een carrière’ en tegenwoordig is werk niets minder dan ‘een roeping’.
Vroeger was ‘werk’ gewoon een baan. Vervolgens werd werken ‘een carrière’ en tegenwoordig is werk niets minder dan ‘een roeping’.
Vroeger dachten we altijd dat kennis de burger zou verheffen. Daarom werden bijvoorbeeld openbare bibliotheken opgericht: als mensen toegang hebben tot informatie, zo was de redenatie, dan wordt alles beter. Wie meer belezen is, is ook slimmer. En weldenkender.
Soms vraag ik me af wat droeviger is: de overvolle IC’s in ziekenhuizen of de schijnbare achteloosheid waarmee overheden in het ‘vrije’ westen de grondrechten van burgers ontmantelen.
Astrid leeft twee levens. Door de week heeft ze het druk-druk-druk. Belangrijk werk, veel aanzien en deadlines die gehaald moeten worden. Vergaderen, overleggen, enfin, je kent het wel. Maar in het weekend start Astrids andere leven. Dan begint de donkere tunnel.
“Kijk maar weg!” mompelen verstokte krantenlezers als ik ze vertel dat ik het nieuws niet volg: “Steek je kop maar in het zand!” Ongelooflijk vinden ze het, die desinteresse. Zij maken zich tenminste wél druk over het coronavirus.
Laatst zag ik de online documentaire Being 97 over de Amerikaans filosoof en psycholoog Herbert Fingarette. In zijn werkzame leven schreef Fingarette (97 ten tijde van de documentaire) veel over de dood. Dat deed hij op een bijna koddige manier.
"U spreekt mij aan op mijn vrouwzijn. Waarom doet u dat?”
Tegenwoordig moet alles ‘smart’ zijn. Van je slimme meter tot en met je slimme haarborstel, slimme broodrooster en slimme condooms aan toe. Ook slimme luiers bestaan al, zodat je het plasje van je koter kunt monitoren.
"Wat valt daar niet aan te begrijpen? Met een vuurwerkverbod zou die brand in die Arnhemse flat er nooit zijn geweest!"
“En, wat heb jij allemaal bereikt in het afgelopen decennium?” vroeg iemand me. Zonder mijn antwoord af te wachten, stak hij zelf al van wal. Wat volgde, was een monoloog waarin zijn carrièrestappen elkaar in ijltempo opvolgden, gelardeerd met de bijpassende salarissen.
Wie denkt dat de farmaceutische industrie schandalig hoge winsten maakt, die moet eens een bril kopen. Het liefst bij een opticien in een drukke winkelstraat.
Anno nu is het helemaal hip om je leven door een lens te bekijken. Het lijkt wel een reflex. Ik snap er niets van. Waarom moet van werkelijk alles een visuele back-up worden gemaakt?